
Door het DNA-onderzoek weten we, dat de familiebanden bij sommige soorten door elkaar lopen man-vrouw-neef -nicht –broer- zus enz. : alles in het belang van de soort. In onze vogelwereld is bijvoorbeeld de heggenmus een bekende vreemdganger – zowel man als vrouw – maar is de zwarte kraai monogaam in Nederland,t erwijjl de zwarte kraai in Spanje en Zwitserland niet monogaam is. Conclusie : in hun voortplantingsdrift zijn vogels soms net mensen: eind negentiende eeuw ontstond de uitdrukking : neef en nicht vrijt licht en zo denken de vogels er soms ook over . En dat de oudere jonge kerkuilen meehelpen met het voeren van de jonge kuikens : dat verschijnsel zag je ook bij de grote gezinnen in de 20- ste eeuw. Het DNA verraadt de vogels tegenwoordig: Vogels hebben soms menselijke trekjes of is het net andersom?