Zwarte ooievaar op de Stippelberg
Een buitenkansje, een toevalstreffer of gewoon puur geluk : hoe je het ook wilt noemen; het is een prachtige foto geworden van een (nog) zeldzame vogel in ons land : de zwarte ooievaar, gefotografeerd op de Stippelberg door Martin Manders.
De zwarte ooievaar broedt vooral in de uitgestrekte bosgebieden van Oost-Europa, maar ook in delen van Zweden, Duitsland, Frankrijk en het Iberisch Schiereiland. Deze ooievaars overwinteren in Oost-Afrika. In ons land wordt de soort uitsluitend op doortrek gezien. Ze eten hoofdzakelijk vis, maar ook insecten en amfibieën.
De zwarte ooievaar is een grote vogel (90 tot 105 cm lang) met rode poten en snavel. Hij verschilt van de gewone, witte ooievaar, doordat hij een geheel zwarte kop en vrijwel geheel donkere vleugels heeft. De vogel is gemiddeld iets kleiner dan de witte ooievaar en houdt er een veel meer verborgen leefwijze op na. Terwijl de witte ooievaar in een open landschap in een kolonie broedt, doet de zwarte ooievaar precies het tegenovergestelde. Ondoordringbare bossen waar vooral rust heerst, zijn favoriet. Daar wordt meestal hoog in een boom het nest gebouwd, soms in een verlaten havikhorst.
Men wil proberen de zwarte ooievaar te verleiden om ook in Nederland te broeden, maar voor het zover is, zal er wel al heel wat water door de Maas gestroomd zijn oftewel : toekomstmuziek.